Van werkplaats tot miljardenconcern.
Daloc, een industrieel concern, is een familiebedrijf, dat nu al door de derde generatie geleid wordt. We hadden al snel besloten om ons op één ding te concentreren: deuren. En wel deuren die zo goed mogelijk zijn. Dat was een verstandig besluit. Want al sinds 1942 ontwikkelen, optimaliseren en produceren we onze deuren en vandaag de dag zijn we de grootste Scandinavische fabrikant van stalen en houten deuren – met de modernste deurenfabrieken van Europa. Onze geschiedenis staat bol van spannende gebeurtenissen en belangrijke mijlpalen.
De jaren 1940.
Het begint allemaal in een kleine werkplaats.
Ons verhaal begint in 1942 als ondernemer John W. Johansson een kleine mechanische werkplaats opricht in Lidköping en daar begint met de productie van brandkasten en branddeuren. Als startkapitaal gebruikt hij het spaargeld van zijn vrouw Ruth, uit haar tijd als dienstmeisje.
In het eerste jaar genereert het bedrijf een omzet van SEK 55.000 en heeft het vijf mensen in dienst. In 1943 gaat John samenwerken met Hans Dahlstedt en wordt het bedrijf Dahlstedt & Johansson opgericht. Maar deze samenwerking is van korte duur. Hans Dahlstedt investeert in de productie van kluizen en wordt vervangen door Einar Johansson, de broer van de oprichter. Alleen de naam Dahlstedt blijft meer dan 40 jaar deel uitmaken van de bedrijfsnaam.
In 1949 bedraagt de omzet al SEK 417.000 en is het aantal werknemers gestegen tot 14. Het fabrieksoppervlak bedraagt 1.100 m2.
Im Jahr 1949 beträgt der Umsatz bereits 417.000 SEK und die Zahl der Beschäftigten steigt auf 14. Die Fabrikfläche beläuft sich auf 1.100 m2.
De jaren 1950.
Hogere eisen ten aanzien van brandwerendheid.
Na de oorlog is er een ware 'bouwboom' in Zweden, waarbij de autoriteiten de brandveiligheidseisen voor nieuwe gebouwen verhoogden. Daar kan Daloc van profiteren. Naast branddeuren produceert het bedrijf ook uitrusting voor civiele verdedigingsbunkers die tijdens de Koude Oorlog in Zweden worden gebouwd.
Midden jaren 1950 neemt de vraag naar arbeidskrachten toe en is er een groter bedrijfspand nodig. Daarom wordt de locatie in 1956 verplaatst naar Töreboda. En daar is ons hoofdkantoor nog steeds gevestigd.
In 1960 bedraagt de omzet uiteindelijk SEK 1,9 miljoen, is het aantal werknemers gestegen tot 35 en het fabrieksoppervlak tot ongeveer 3.800 m2.
De jaren 1960.
Uitgebreide investeringen in woningbouw verhogen de afzet.
Twee van de belangrijkste factoren voor de stijgende verkoop van Daloc in de jaren 1960 zijn enerzijds de investeringen van de Zweedse regering in de woningbouw en anderzijds de Koude Oorlog.
De vraag naar branddeuren neemt in deze periode toe, evenals de behoefte aan schuilkelders en bunkers. Om die reden wordt de fabriek uitgebreid, worden de productiemethoden verbeterd en worden er moderne machines aangeschaft die hun tijd ver vooruit zijn.
Voor het eerst wordt de brandveiligheidseis ook aangevuld met een kwaliteitsnorm in de Zweedse kwaliteitsklasse 1.
In 1969 stijgt de omzet verder tot SEK 4,2 miljoen en het aantal werknemers tot 42. Ook het fabrieksoppervlak groeit tot ca. 4.300 m2.
De jaren 1970.
Een nieuwe generatie neemt de leiding over.
In de jaren 1970 draagt John het stokje over aan zijn dochter Inga-Lisa. Onder haar leiding blijft het bedrijf zich snel ontwikkelen.
In 1973 verhuist het bedrijf naar een veel groter pand, omdat het oude gebouw al volledig bezet is. Het succes in Zweden maakt het ook interessant om in andere landen te gaan verkopen.
In 1974 begint Daloc met de verkoop van deuren op de Deense markt en een paar jaar later wordt Dørplan ApS opgericht, nu Daloc Danmark A/S.
In 1979 bedraagt de omzet al SEK 18,4 miljoen, stijgt het aantal werknemers verder tot 69 en de fabrieksoppervlakte tot ca. 11.200 m2.
De jaren 1980.
Nieuwe deuren voor nieuwe klanten.
Tot dan toe kozen klanten voor de stalen deuren van Daloc wanneer ze deuren nodig hadden voor grovere omgevingen, zoals kelders of industrie. Daarom investeert Daloc vervolgens in de ontwikkeling van nieuwe deurmodellen om meer doelgroepen te bereiken, zoals veilige woningtoegangsdeuren.
In 1986 wordt een nieuwe productielijn gebouwd, waarmee mooiere deuren met een betere kwaliteit kunnen worden geproduceerd.
In 1988 verandert Dahlstedt & Johansson zijn naam in Daloc AB om internationaal met een kortere naam te kunnen opereren.
In 1989 stijgt de omzet tot SEK 95,7 miljoen en het aantal werknemers tot 130. Het fabrieksoppervlak bedraagt op dat moment ongeveer 16.100 m2.
De jaren 1990
Groei met houten deuren
Als waardering voor de grote verdiensten van de onderneming als geheel en Inga-Lisa persoonlijk, ontvangt Inga-Lisa in de jaren 1993-95 talrijke lokale en nationale onderscheidingen:
- Ondernemer van het Jaar van de gemeente Töreboda
- Gouden medaille van de Kungliga Patriotiska Sällskapet (Zweedse koninklijke patriottische vereniging) voor bijdragen aan kleine en middelgrote ondernemingen
- Prijs van Nutek als Groeibedrijf van het Jaar in Skaraborg
- De 'Groene Tak' in het TV4-programma Big Money
- Prix Veuve Clicquot als Zakenvrouw van het Jaar 1995
In 1991 neemt Daloc de houten deurenfabrikant HS Dörrfabrik AB in Skagersvik over en wordt daarmee de enige fabrikant van stalen en houten deuren in Zweden. Met deze overname beschikt Daloc nu over het meest uitgebreide assortiment brand-, geluid- en inbraakwerende binnendeuren.
In 1995 wordt Daloc ISO 9001-gecertificeerd, waarna met de voorbereiding voor milieucertificering wordt begonnen. Deze certificering wordt in 2000 voltooid.
In 2000 bedraagt de omzet SEK 283,1 miljoen en het aantal werknemers 217. Het fabrieksoppervlak wordt uitgebreid tot 31.800 m2.
De jaren 2000.
De EU maakt de weg vrij voor export.
Begin jaren 2000 begint de EU met het opstellen van uniforme test- en goedkeuringsnormen, waardoor nieuwe markten kunnen worden ontsloten. Daloc is sinds 2001 gecertificeerd volgens ISO 14001.
In 2002 wordt Secor AB overgenomen, een franchiseconcept dat een complete oplossing biedt aan woningbouwverenigingen en vastgoedeigenaren. De installatie van onze veiligheidsdeuren staat sindsdien centraal in dit concept.
In 2003 wordt Orresta Dörr AB overgenomen om het assortiment uit te breiden met exclusieve houten deuren.
In 2004 wordt de productie van houten deuren in Skagersvik verplaatst naar een nieuw pand op een steenworp afstand van de fabriek van stalen deuren in Töreboda.
In 2006 doet Daloc een belangrijke investering in Noorwegen met de overname van Bryne Stål Dør AS, dat Daloc Norge AS wordt.
In 2009 bedraagt de omzet ongeveer SEK 609 miljoen, het aantal werknemers groeit tot 318 en het fabrieksoppervlak tot 44.000 m2.
De jaren 2010.
Daloc wordt een miljardenconcern.
In 2013 zet Daloc zijn exportoffensief voort met een eigen kantoor in Nederland.
In 2015 krijgt Inga-Lisa grote erkenning als ze in juni de koninklijke medaille voor uitstekende prestaties als captain of industry ontvangt van koning Carl XVI Gustaf.
Later dat jaar neemt Inga-Lisa's zoon Fredrik Silverstrand de leiding van het bedrijf over, waarmee hij de derde generatie actief leidinggevenden uit de familie wordt.
In 2019 wordt Daloc Nederland B.V. opgericht en met de opening van een vestiging in de buurt van Hamburg wordt ook de Duitse markt ontsloten.
In 2019 bedraagt de omzet SEK 1.199 miljoen en het aantal werknemers 457. Het fabrieksoppervlak groeit tot ongeveer 50.000 m2.
De jaren 2020.
Daloc investeert in Töreboda en Duitsland.
In 2020 wordt Daloc Deutschland GmbH opgericht.
In 2020 investeert Daloc eveneens SEK 250 miljoen in de fabriek in Töreboda. Dit maakt deel uit van het investeringsplan voor 2025, dat de productiecapaciteit zal verhogen en verdere groei van het concern mogelijk zal maken.
Sinds 2021 is Daloc ISO 45001-gecertificeerd.
Daloc en de toekomst.
Langetermijndenken is altijd een van onze leidende beginselen geweest en ook een van de redenen voor ons succes. We profiteren allemaal van deze langetermijnvisie als we de bouwsector duurzamer en meer circulair helpen maken. Wij willen bijdragen aan het welzijn van mensen en ons milieu behouden voor toekomstige generaties.